26 januari 2007

Mattaklap.

‘Deze bebaarde figuur is een volstrekte idioot die in z'n pubertijd ontspoord is. Volkomen mattaklap! ‘

Dit (en andere onzin) las ik onlangs op een internetforum. Daar duikt de term ‘mattaklap’ wel meer op, als synoniem van knettergek, buiten zijn zinnen. Ik had het woord nooit eerder gehoord en vond het aanvankelijk niet terug in Van Dale. Tot iemand mij erop wees dat het een vormvariant is van het Maleise ‘mata gelap’. En in die schrijfwijze vinden we het ook terug in Van Dale.

Richard Cress vermeldt het in ‘Petjoh. Woorden en wetenswaardigheden uit het Indische verleden.’ (1998). Blijkbaar betekent ‘mata’ oog (vgl. Mata Hari, letterlijk: oog van de dag) en ‘gelap’ donker.
We kunnen het begrip dus vertalen als ‘donker oog’. Iemand die ‘mata gelap’ of ‘mattaklap’ is, is door het dolle heen; wordt door moordzuchtige razernij verblind.

In het "Klein Maleis woordenboek" van J. Lameijn (ca. 1946) werd er al eerder gewag van gemaakt. Bij Fré Harmsen (Van baroe tot branie. 1991) lezen we dat het woord bij de Nederlandse marine werd verbasterd tot ‘matte klap’.

Zeelui en Indiëgangers kenden en gebruikten het woord meermaals. We vinden het o.a. terug in het werk van Jan de Hartog.
De Nederlandse krant Het Vaderland maakte in 1923 melding van iemand die ‘een berisping zou hebben gekregen, welke hij zich zoo zou hebben aangetrokken, dat hij mataglap zou zijn geworden.’
De tot nu toe oudste vindplaats is de ‘Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy’ (1860) van Multatuli.

18 januari 2007

Het bouwvakkersdecolleté.

Sommige woorden zijn helemaal gebonden aan de seizoenen. Het zgn. bouwvakkersdecolleté is beslist geen zicht in de winter. Met de kou mag het momenteel wel meevallen, zo’n bilspleetinkijk bij bouwvakkers of stratenmakers zie je toch eerder in de zomermaanden.

Mooi woord overigens: bouwvakkersdecolleté. De gelijkenis met het decolleté bij vrouwen is treffend: wat je ziet zijn twee huidkleurige wangen met een spleet ertussen.

Van Dale kent de term (nog) niet en ook in het onlangs verschenen Jaarboek taal 2007 vond ik er geen spoor van terug.

Het woord werd echter al in 2003 op meerdere internetforums aangetroffen. De laatste twee jaren duikt het ook op in de digitale krantenbestanden. Succes lijkt dan ook gegarandeerd.

Maar als het aan het Engelse bedrijf Jockey ligt, behoort het bouwvakkersdecolleté voorgoed tot het verleden. Er werd een speciaal soort onderbroek ontwikkeld die bestaat uit katoen en spandex, waardoor ze aanvoelt als een tweede huid. Door het speciale ontwerp kan de onderbroek uitrekken in acht verschillende richtingen. Wie zich bukt hoeft voortaan niet meer bang te zijn dat zijn bilspleet zichtbaar wordt. De onderbroek gaat wel 15 euro kosten!

09 januari 2007

Lelijkste woord van 2006?

Het lukte de Vlaamse zangeres Kate Ryan maar niet om met haar wereldhit ‘Je t’adore’ het hart van Europa te veroveren tijdens het Songfestival van 2006. Ook haar fameuze ‘zwengelknie’ of ‘kniezwengel’ bleek niet meer dan een hype. Met de knie werd een (volgens fysiotherapeuten niet aan te raden) zwengelbeweging gemaakt. Eigenlijk kunnen we beter spreken over een beenzwengel. Een preciesere omschrijving vind je in Wikipedia.
Een paar jongelui uit het Holebikamp (voor de Nederlandse lezers: Holebi is de verzamelterm voor homoseksuelen, lesbiennes en biseksuelen) speelden met het idee van een actiewebsite ter behoud van de zwengelknie in de act van Kate. Het heeft niet mogen baten. De ‘zwengelknie’ of ‘kniezwengel’ heeft Van Dale niet gehaald en misschien maar goed ook. Een mooi woord is het niet.

Maar wat te denken van 'prep camps'?

Dit is misschien wel het lelijkste woord van 2006. Het CDA wil in Nederland graag meer werkkampen voor de meest problematische jongeren. SP-fractievoorzitter Jan Marijnissen snapte (net zoals wij trouwens) niet meteen waar zijn CDA-collega Maxime Verhagen het in Godsnaam over had: prep camps of preparation camps. Een woord waar je duidelijk iedereen mee imponeert.


03 januari 2007

Meest succesvolle woord van 2006?

In de jaren negentig van vorige eeuw moesten we plots gaan ‘Montignaccen’(genoemd naar de Franse fijnproever en voedingsgoeroe Michel Montignac), tegenwoordig gaan uitdijende moeders met dikke billen aan het ‘Sonjabakkeren’. Dieetgoeroe’s schoppen het blijkbaar vaak tot een werkwoord (in een ver verleden hadden we het over Atkinsonnen).

Dit eponiem viel voor het eerst in juni 2006. Bedoeld wordt: een speciaal dieet volgen waarbij je van alles mag eten, geen calorieën of punten hoeft te tellen en toch afvalt. De kracht zit, volgens Sonja Bakker, een succesvolle gewichtsconsulente uit het Noord-Hollandse Spierdijk, vooral in de variatie en de hoeveelheden. Simpel gezegd: je niks ontzeggen, maar alles met mate. Een gezond eetpatroon bestaat volgens haar uit: gevarieerd eten, 3 hoofdmaaltijden nemen en voldoende bewegen. Toch zijn er diëtisten die het niet eens zijn met sommige van haar adviezen. Zo zou witte wijn helemaal niet tot cellulitis leiden en koffie niet alle vocht uit het lichaam onttrekken. De lezers van haar boek zouden ook te weinig vitaminen en mineralen binnenkrijgen. Bovendien zou Sonja vaak de duurste merken voorschrijven.

Als reactie op het Sonjabakkeren dook plots het begrip ‘SAS-dag’ op: de ‘schijt aan Sonja-dag’. Ondanks alle kitiek werden van haar eerste boek ’Bereik je ideale gewicht’ al meer dan 600.000 exemplaren verkocht.

Misschien is 'Sonjabakkeren' wel het meest succesvolle woord van 2006.
Volgende week meer over het 'lelijkste' woord van het voorbije jaar.