29 oktober 2007

Duitse kinderwagens.

Laatst zag ik de ontzettend mooie film 'Das Leben der Andern'. Daarbij werd ik even teruggeworpen in de tijd en onwillekeurig moest ik aan auto's denken.
In de jaren zestig van vorige eeuw noemde men een Duitse wagen of motorfiets van het merk DKW vaak schertsend een ‘Duitse kinderwagen’. In dezelfde periode werden auto’s met de letters DD, o.a. gebruikt voor uit Duitsland geïmporteerde auto’s, ook wel ‘
Duitse deuk’ genoemd. ‘Deuk’ sloeg dan op een tweedehands­auto.
Zo schreef Helga Ruebsamen in haar roman ‘Het lied en de waarheid’ (uit 1997): ‘Ernst Haindl reed, toen wij hem voor het eerst zagen, op een Duitse Kinderwagen, een motorfiets, een DKW.’

18 oktober 2007

Irregulieren.

Polemologen hebben het wel eens over ‘irregulieren’. Ze bedoelen dan: paramilitairen; ongeregelde troepen: soldaten die niet echt militair gevormd maar vaak extreem gewelddadig zijn. Bovendien lappen ze meestal alle oorlogsregels aan hun laars. De term is afgeleid van het Franse ‘irrégulier’ (onregelmatig; ongeregeld).
Het is beslist geen nieuw feno­meen. De Romeinen namen al plaatselijke stammen in dienst: de barbaren. De Russische tsaren lieten de islamitische zuidgrens destijds bewaken door Kozakken.

16 oktober 2007

Conculega.

Pseudo-Latijn? Helemaal niet. Dit is iemand die hetzelfde werk verricht of hetzelfde product maakt, m.a.w. een collega die men als concurrent beschouwt. Conculega is dan ook een samentrekking van deze laatste twee woorden.
Zo stond er in 1996 in het computertijdschrift Computable: “De eerste berichten dat Seagate 'conculega' Conner zou overnemen dateren al van oktober vorig jaar. Begin vorige maand is de overname bekrachtigd en ontvangen de aandeelhouders van Conner per aandeel 0,442 aandeel Seagate.”

13 oktober 2007

De bv Nederland.

Deze informele uitdrukking komen we de laatste tijd wel meer tegen.
Bedoeld wordt: Nederland, gezien als een onderneming die moet draaien. De geestelijke vader is niet premier Balkenende, mocht u dat al denken.
Een vergelijkbare uitdrukking is de ‘N.V. Je Maintiendrai’ voor de Nederlandse krijgsmacht. (zie hiervoor Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat. 1978). De oudste vindplaats voor ‘bv Nederland’ tot nu toe komt uit Vrij Nederland van 1979: “Het circus van Aardenne: de smalle marges van een leidinggevende functie bij de bv Nederland".”

12 oktober 2007

De wasbeerlook.

Als alternatief voor het Engelse ‘junkie look’ kan dit tellen. We hebben hier te maken met een pejoratieve aanduiding voor het broodmager uiterlijk van een mannequin of fotomodel, type Kate Moss. De trend is niet echt nieuw. Al in de jaren twintig van vorige eeuw was er het dunne jongensmeisje, de ‘garçonne’, en in de jaren vijftig het existentialistische balletmeisje, type Audrey Hepburn. In de jaren zeventig maakten Twiggy en Jean Shrimpton furore. Een decennium later werden modellen als Claudia Schiffer en Naomi Campbell populair: niet extreem mager, lange benen en grote borsten. In de Nederlandse jeugdtaal bestaat sinds begin jaren tachtig van vorige eeuw de aanduiding ‘junkiemager’ voor opvallend mager.

08 oktober 2007

Jip-en-Janneketaal.

Gecompliceerde boodschappen in Jip-en-Janneketaal overbrengen, het is niet gemakkelijk. Vraag dat maar aan onze politici. Jip-en-Janneketaal staat voor: simplistisch taalgebruik dat voor iedereen bevattelijk is.
De uitdrukking verwijst naar de geesteskinderen van kinderboekenschrijfster Annie M.G. Schmidt, maar werd populair gemaakt door Bas Eenhoorn, het communicatiewonder van de VVD. Toen de peilingen tijdens de verkiezingen in 2002 voor zijn partij naar beneden gingen, adviseerde Eenhoorn om voortaan alle standpunten in kleutertaal uit te gaan leggen, in Jip en Janneke taal. Wie de uitdrukking voor het eerst lanceerde, kon niet achterhaald worden maar NS-onderhandelaar Hubert Vankan van de Vereniging van Machinisten en Conducteurs gebruikte ze al een jaar eerder in de media.

01 oktober 2007

Aasgierenfonds.

Veel ontwikkelingslanden kunnen hun oude obligatieleningen bij buitenlandse kredietgevers niet terugbetalen. Die leningen verliezen hierdoor een flink stuk van hun waarde. Heel wat beleggingsfondsen azen op zulke oude schulden.
In de financiële wereld worden ze (sedert ca. 2004) aasgierenfondsen genoemd: ze kopen de leningen op voor een fractie van de oorspronkelijke waarde, om vervolgens het schuldenland via juridische middelen tot terugbetaling te dwingen van het volledige bedrag plus achterstallige interesten.
De Engelse benaming luidt: ‘vulture funds’.