Mijn vader reed vroeger in een DKW. Hoon en spot waren mijn deel.
In de jaren zestig werd dit een ‘Duitse Kinderwagen’ genoemd. Nu besef ik dat het nog veel erger kan.
Of wat dacht u van een ‘truttenschudder (met jarretel-aandrijving)’? Deze wat grove term is een spotnaam, vnl. onder Nederlandse politieagenten, voor een DAF-auto. Wie herinnert zich niet het grapje 'DAF, altijd vooraan in de file'?
De toevoeging ‘met jarretel-aandrijving’ zinspeelt op het variomatic-systeem. De autofabrikanten in Eindhoven vonden het destijds te gek voor woorden dat je moest rijlessen volgen om met een auto te kunnen rijden. Daarom bedacht autofabrikant DAF het 'pientere pookje' of de traploze automatische versnellingsbak. Je kon het in hun ogen vergelijken met een paard dat bestuurd werd door teugels. Het pookje moest versnellingsbak en koppeling vervangen en ervoor zorgen dat autorijden kinderspel werd. Dankzij dit ‘pientere pookje’ (uitgevonden door Hub van Doorne) kon voortaan iedereen autorijden, dat was althans de visie van DAF. De techniek van de Variomatic was gebaseerd op het principe van de duwband. Daarom kreeg de Daf-auto in de volksmond vrij snel de spottende benaming ‘truttenschudder met jarretel-aandrijving’.
Niettemin bepaalde het koddige wagentje met ‘het pientere pookje’ in de tweede helft van de twintigste eeuw het straatbeeld. Meer dan een halve eeuw later is het een icoon geworden.
De DAF werd in februari 1958 op de RAI in Amsterdam geïntroduceerd als het geesteskind van de Nederlandse broers Hub en Wim van Doorne. Sindsdien heeft het het imago van ‘sloom boodschappenwagentje voor oudere dames’ nooit van zich af kunnen schudden. Klein maar fijn volgens de verzamelaars, kinderspeelgoed volgens de tegenstanders. Invaliden konden er zo mee wegrijden. In Frankrijk waren de Dafjes vorige eeuw erg populair en dat had wellicht veel te maken met het feit dat dit land vroeger geen wegenbelasting maar pk-belasting inde. Hoe meer cilinderinhoud hoe meer belastingen je betaalde. Later ging men de term ‘truttenschudder’ ook gebruiken voor andere kleine, compacte wagens. De eerste exemplaren kwamen uit Japan maar ook merken als Mercedes en BMW kwamen met compacte modellen. Cabaretier Freek de Jonge heeft de ‘truttenschudder met jarretel-aandrijving’ wellicht populair gemaakt, maar volgens Dirk van Delft (NRC Handelsblad, 2 december 2000) zou de term in de jaren zestig van vorige eeuw geïntroduceerd zijn door een autojournalist in een artikel met de titel "Vrouw en auto".
Overigens werd De DAF vroeger ook wel ‘rijdende koffiemolen’ genoemd. Maar of dat nu een vleiende benaming is.
Volgens de internetencyclopedie Wikipedia zouden motorrijders de ‘truttenschudder’ ook gebruiken als bijnaam voor een chopper of custom.
Andere bijnamen van auto's zijn o.a. de eend (de Citroën 2 CV), de kever (de Volkswagen), de kattenrug (Volvo) en de snoek (Citroën, type DS). De laatste werd ook wel ‘strijkijzer’ genoemd. Britten gebruiken het slangwoord 'spazzmobile' voor een invalidenwagen of een oud vehikel.
20 juli 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
leuk stukje maar wat dacht je van NSU na starten uitgeput dat van die daf is overgens nog erger (iets waar men niet graag open over praat) het schijnt zo te zijn dat het bezit van een daf spontaan erectieproblen gaf en dit was de hoofd reden dat de fabriek op z,n einde kwam zeg nu zelf wie zou er nu in zo een debiel ding gezien willen worden ? ;-)
BeantwoordenVerwijderenwij hadden vroeger thuis ook zo`n auto inderdaad werd daar duitse kinderwagen tegen gezegd, ik weet alleen dat we er als kind mee gestrand zijn in Name en Dinnan en ik met mijn jongste broer en vader met de sleepwagen terug naar nederland gingen en mijn andere broer met mijn moeder met de trein was ook meteen einde verhaal met die auto
BeantwoordenVerwijderen