In de buitenlandse pers werd overigens zeer afwijzend gereageerd op het gebruik van dit racistisch scheldwoord. Het Franse ‘Le Canard Enchaîné’ zou wellicht als enige geen enkel probleem hebben met het invectief. De ‘New York Times’ durfde het woord echter niet citeren. De Duitsers ook niet, maar volgens de Engelse ‘Observer’ zou de uitspraak ontleend zijn aan Khomeiny.
Een Nederlandse cabaretier maakte tijdens zijn eindejaarsconference van 2004 nog een grapje over de heisa rond dit woord. Volgens hem konden Marokkanen maar beter ‘kamelenbeffers’ i.p.v. ‘geitenneukers’ genoemd worden. Amerikanen noemen Arabieren overigens ‘camelfuckers’.
Van Gogh mag ‘geitenneuker’ dan wel populair hebben gemaakt, als scheldwoord bestond het al veel langer. In feite is dit invectief ondertussen meer dan een eeuw oud. Rond 1900 was het onder soldaten in Ned.-Indië een schimpnaam voor een Brits-Indiër.
In de jaren zestig / zeventig van vorige eeuw gebruikte de Amsterdamse penosefiguur Haring Arie het wel eens in zijn volksromans. Gerard Reve gebruikte ‘geitenneuker’ in ‘Bezorgde ouders’ (1988): ‘Dat hij zijn blonde, blanke jongenslijf aan dat bruine geiteneukertje wil geven...’
En in 1997 stond er in Nieuwe Revu: ‘6300 moslims, door onze jongens meestal ‘geitenneukers’ genoemd...’ Als soldatenslang moet het woord zeer oud zijn.
Deze term is nog steeds erg populair op jongerenwebsites. Mogelijk werd ‘schapenneuker’ ontleend aan het Engels.
In 2004 werd in een Schots café een poster opgemerkt met de tekst ‘Sheep shaggers are served here.’ Schotten hebben de nodige zelfspot en kunnen er dus mee lachen. Radicale moslims missen die zelfspot en reageren furieus wanneer ze met het invectief geconfronteerd worden.
Het woord heeft dus een lange weg afgelegd.