Als er iets fout kan gaan, dan gaat het ook fout. Het verschijnsel dat alles uitgerekend op het verkeerde moment tegenslaat (de telefoon die rinkelt net wanneer je in bad zit; je wordt ziek precies tijdens je vakantie; op het moment dat je x aantal onderdelen nodig hebt zijn er meestal slechts x -1 onderdelen beschikbaar; in het postkantoor gaat de rij voor het andere loket altijd sneller enz.), is in Amerika sedert de jaren zeventig van vorige eeuw bekend geworden onder de mysterieuze naam Murphy's Law.
De Wet van Murphy is m.a.w. het universele principe van menselijk en technisch falen. Of simpel gezegd: hoe voorzichtig we alles ook plannen, steeds weer zien we één of andere futiliteit over het hoofd waardoor onze plannen in het water vallen. Zo lazen we een tijd geleden in het weekblad Elsevier:
En natuurlijk werd allerwegen de Wet van Murphy aangehaald om te bewijzen dat Brinkman nu eenmaal domme pech had.
En in het computertijdschrift PC Active stond ooit het volgende:
Maar bij een grotere harddisk horen ook grotere problemen. Stel dat er - na twee dagen werk om alle programmatuur naar wens op de schijf te zetten - opeens een programma vastloopt. Volgens een van de wetten van Murphy gebeurt dat natuurlijk net op het moment dat deze fout de meeste schade aanricht, namelijk wanneer er naar de harddisk wordt geschreven.
De (van oorsprong Amerikaanse) uitdrukking Murphy's Law werd wellicht gevormd naar analogie van 'Sod's Law'. Maar wie was in godsnaam Murphy? Etymologen raken het er maar niet over eens. De gekste veronderstellingen doen de ronde. Sommigen menen dat de naam verwijst naar een educatieve stripreeks van de US Navy, waarin een figuurtje, Murphy, allerlei adviezen gaf aan rekruten wanneer dingen verkeerd liepen.
De basis van de wet werd evenwel al in 1884 vastgelegd door de satiricus James Payn, die het volgende schreef:
I never had a piece of toast. Particulary long and wide. But fell upon the sanded floor. And always on the buttered side.
Het is het populaire verhaaltje dat vaak de ronde doet, over de wiskundeleraar (met de naam Murphy) die aan zijn klas de kansberekening moest uitleggen. Iedere leerling moest een met boter besmeerde boterham naar omhoog gooien. De test bestond erin na te gaan of de droge of de gesmeerde kant op de grond zou belanden. Het resultaat was verrassend te noemen: negenentwintig van de dertig boterhammen kwamen met de gesmeerde kant op de vloer terecht. Enkel het dertigste exemplaar bleef aan het plafond plakken. Van geluk gesproken!
Enkele lexicografen menen in Murphy dan weer de adviseur van Queen Victoria, Benjamin Disraeli, te zien. Deze schreef ooit: What we anticipate seldom occurs, what we least expect generally happens.
Niettemin gaan de meeste etymologen ervan uit dat de wet in 1949 geformuleerd werd door een kapitein bij de Amerikaanse luchtmacht, Edward Murphy, die onderzoek deed naar het effect van snelheidswisselingen op de lichamelijke gesteldheid van piloten. Deze Murphy had een gordel ontworpen die met zestien sensoren op een testpiloot was aangesloten om aldus allerlei signalen te meten. Op een dag dat blijkbaar alles tegenzat (de elektroden waren allemaal verkeerd bedraad) zou hij verbitterd gezegd hebben:
If there are two or more ways of doing something, and one of them can lead to catastrophe, then someone will do it.
Ingenieurs en ontwerpers herkenden zich van meetafaan in deze uitspraak. Steeds weer moet er bij het ontwerpen van technische apparaten met allerlei mogelijke en onmogelijke fouten rekening worden gehouden! Murphy’s uitspraak werd kernachtig samengevat door zijn overste, George Nichols, en zou de geschiedenis ingaan als het aforisme: If anything can go wrong, it will.
Dit eenvoudig zinnetje werd vervolgens het adagium van een hele stoet pechvogels. Merk op dat het woordje ‘wet’ in de uitdrukking ironisch bedoeld is. De uitspraak impliceert immers dat geen enkele wet onfeilbaar is.
Een herkomstverklaring die echter al eens over het hoofd gezien wordt, is de mogelijke verwantschap met het Engelse slangwoord Murphy: niet alleen de benaming voor een pieper of aardappel, maar ook een bijnaam voor een Ier, en bovendien een synoniem voor `oplichterij'. Deze Ierse implicatie in Murphy's Law hoeft niet direct te worden weggehoond. Ze zou misschien wel dichter bij de waarheid kunnen zitten dan sommige etymologen denken.
In ieder geval getuigt de leer van Murphy van een inktzwart pessimisme, gecombineerd met een groot wantrouwen tegenover de rest van de wereld.
Inmiddels bestaan er reeds talrijke varianten op de wet van Murphy (de ene al geestiger dan de andere). Zo is er Murphy’s Wet van de Selectieve Zwaartekracht (zie het verhaaltje van de boterhammen); de Parapluwet van Murphy (net wanneer je een paraplu meeneemt, op grond van het weerbericht, regent het niet!); de Kaartenwet van Murphy (de plaats waar je naar toe moet, ligt steeds in de vouw van de kaart of in een onleesbare hoek); Murphy’s Wet van de Sokken (na een tijd passen je sokken niet meer bij elkaar!) enz.
Moeten we uit dit alles concluderen dat het universum tegen ons samenspant, dat er boosaardige krachten ons tegenwerken? Dit moet een kluif voor psychologen zijn! Sommigen onder hen lachen deze stelling weg door te zeggen dat we hier te maken hebben met een vorm van selectieve herinnering: de meeste mensen herinneren zich immers alleen de nare gebeurtenissen in hun leven en veel minder de positieve dingen.
Toch zijn er sectoren die blijkbaar extra onderhevig zijn aan de wet van Murphy, zoals de luchtvaart. Op technisch-industrieel gebied betekent de wet gewoon dat mensen voortdurend de neiging hebben om fouten te begaan.
Murphywetten gelden tegenwoordig als een soort levensspreuken voor de kleine irritaties van iedere dag! Hoe vrolijk je ook je bed uitstapt, als het die dag tegenzit is er helemaal niks aan te doen. Tegen Murphy kan niemand op!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.