Er zijn taalkundigen die dit een belachelijk woord vinden. Toen het midden jaren negentig van vorige eeuw in de pers opdook dachten velen dat we hier te maken hadden met een ééndagsvlieg. Inmiddels heeft de term de laatste editie van de dikke Van Dale gehaald en ook in gerenommeerde Engelse woordenboeken duikt dit van oorsprong Engelse begrip (air guitar) op.
Het eerste Engelstalige woordenboek waarin ik dit woord tegenkwam was ‘Neo-words. A dictionary of the newest and most unusual words of our times’ (uit 1991) van David K. Barnhart. Volgens de samensteller van dit boek werd het woord (in het Engels) gelanceerd in 1982. Een luchtgitaar, voor wie het nog niet mocht weten, is een denkbeeldige gitaar die bespeeld wordt door het nabootsen van de lichaamsbewegingen van een rockmuzikant. De beoefenaar is vaak een enthousiast beluisteraar van opgenomen muziek. Hij of zij ‘doet zijn (haar) ding’ in de huiskamer of op het podium. Alleen mist hij of zij het applaus dat de echte muzikant krijgt.
Uit het Parool van 7 december 1992:
"Iedereen die ook maar iets met popmuziek op heeft, moet minstens een keer in zijn leven Keith hebben gespeeld: plaatje van de Stones op de draaitafel, net zo'n gemene grijns als hij proberen te trekken (een peukje in de rechtermondhoek doet het goed) en dan rammend op de 'luchtgitaar' door de huiskamer banjeren."
Er zijn al heuse wereldkampioenschappen, met applaus. De winnaar in 2005 was zelfs een Nederlander, Michael "Destroyer" Heffels.
BeantwoordenVerwijderen